Het Aloude Roeselaarse Lied van Cyper
Van 's nuchtens vroeg tot 's avonds late
Ben 'k op de been en langs de strate
'ka Ga achter brood voor vrouw en kind
Om oordjes voor een grote pint
En dat 't nog voor een druppel ware
Waarom is 't nodig dat ik spare
't Is Cyper al hier ... 't is Cyper al daar
Maar liefst van al te Roeselaar
Men kan het absoluut niet weten
Of dat wij jong of rats versleten
Al in zijn beddegie of langs de baan
Met Pietjie mee zal moeten gaan
Want zonder planten of te zaaien
Komt ie ten allen tijde maaien
En 'k ben ik liever hier of daar
'k Ben liefst van al te Roeselaar
'k Heb kabeljouw met zonder graten
'k Heb wijting, roggen, verse platen
'k Heb haring, tongen, schellevis
Van al dat er te vinden is
Men ziet er Cyper rond mee lopen
Om overal te gaan verkopen
Cyper zit hier, Cyper zit daar
Maar zit toch liefst te Roeselaar
Ik hope been- en keunevellen
'k betale wel, ge moogt ze tellen
Ik koop oud ijzer, koper, tin
en alles met een klein gewin
Ik heb ook grote sulfers mede
En 'k leur er mee van stee tot stede
Cyper leurt hier, Cyper leurt daar
Maar is toch liefst te Roeselaar